maandag 21 september 2009

STUKJES SINGLE [4]

Huidkleuren
Are there still women around who did not scar their pink flesh with mediocre icons in pailing skindeep needlepoints of ink?

Wat weten wij nou in godsnaam nog van erotiek? De Nederlandse erotiekbeurs van het jaar, de Jaarbeurs/Ahoy ‘Kamasutra Erotic Lifestyle Beurs’, want ook in originele naamgeving blinken we niet uit, die beurs is een soort MacDonalds van de ‘erotiek’ anno 2009. En wat er op erotisch gebied te koop is, getuigt van zo weinig goede smaak dat je het gemakkelijk de fastfood van de fuck mag noemen. Het ergste van alles is misschien nog wel de tattoo-rage en het piercen van genitaliën of andere zenuwrijke lichaamsdelen. Dat van die tattoo’s is echt om te huilen.

Of een piepklein schorpioentje op je rechtschouderblad...

Lifestyle is lijfstijl geworden en omdat we ‘design’ al grondig hebben gedevalueerd in onze Gamma’s en Blokkers, is ook ‘lijfstijl’ eenzelfde leeghoofdig lot beschoren. Hele volkstammen doorsnee Nederlanders laten zich volinkten met gejatte pseudo-tribal kuitkrullen en rugvlammen. Blauw prikkeldraad op je biceps. En was de tattoo-liefhebber nou maar echt lid van een oeroude Nederlandse stam en zouden de pictogrammen van het tattootaaltje nou maar echt terug te voeren zijn op de klassieke Hindelooper decoraties of de delftsblauwe guirlandes, dan wortelde de zelfverminking tenminste in een gemeenschappelijk cultuurgoed. Maar nee, we flikkeren alle gothic en tribal art van alle uithoeken der wereld op één hoop met de bonkige tattookunst uit ons voorbije zeemansleven en de sentimentele egodocumenten van levenslang gedetineerden. Wat je krijgt is ronkend geknoei op je buik, je borsten of je billen waar je voor de rest van je leven aan vast zit. Heel erg Nederlands is het ook om wel een tatoeage te willen, maar dan een schattig kleintje én ergens op een stiekem plekje. Een blauwe traan die uit je navel drupt bijvoorbeeld of een piepklein schorpioentje op je rechtschouderblad. Het is van alles niks, een boekenkast met één boek, een schilderij met één veeg.

Zij die zo’n nanotattootje laten zetten, zien zichzelf als uiterst geraffineerd. Ze zijn eigenlijk gewoon te schijterig om voluit te gaan voor de uiterst complexe en gedetailleerde bodysuits die van de Japanse samoerai van weleer of de geisha met hoge rang, ja zelfs van de Yakuza (Japanse maffia) een levend kunstwerk maken, vol waarachtige symboliek en van een ongekende grimmige schoonheid. Om nog maar te zwijgen van de decoratieve verminkingen die van negers in Mozambique (1) een wandelend brailleboek maken, maar mooi en met afleesbare rechtvaardiging. Of de ingewikkeld getekende, ragfijne hennahanden van Indiase bruidjes, de zuurverdiende krijgerskunst op de armen en benen van de Maori’s. Schitterende, levende kunstwerken maar laat het kunstje alsjeblieft daar waar het hoort en waar het een zingevende functie vervult in de diepgewortelde traditie van gemeenschappen. Wij hebben in Nederland welbeschouwd maar drie stammen die ongestraft met een beetje tatoeëring wegkomen: de zeelui, de gevangenen en de Hell’s Angels. De rest doet massaal aan cultroof bij gebrek aan eigen inspiratie.

(1) The Makua en Lomwe stammen in Mozambique (Afrika) gebruiken scarificatie door middel van het stempelprikken met fijne naalden als een vorm van initiatie of als identificatie van de notabelen binnen de stam. Het bijtende sap van het fruit van de cashew noot wordt in de geperforeerde huid gewreven zodat kleine ontstekingen de gaatjes laten zwellen en een blijvend litteken in de vorm van een huidbolletje achterlaten. Nog zeer recent werd deze vorm van punt- of bolletjestatoeëring eveneens toegepast door de vrouwen van de Toda in India als teken van wasdom.

1 opmerking: