Mevrouw Edith Schippers, Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, heeft een ‘handreiking schriftelijke wilsverklaring euthanasie’ doen laten uitgaan. De handreiking is onder andere bedoeld om artsen te verstaan
te geven dat de wilsbeschikking van iemand inzake euthanasie, gedaan voordat
die persoon als gevolg van bijvoorbeeld de ziekte van Alzheimer wilsonbekwaam
werd, dat die wilsbeschikking nog steeds als wettelijk geldig kan worden
beschouwd. Het zou de arts moeten helpen in diens besluit de
oorspronkelijke euthanasieverklaring van de patiënt van Alzheimer alsnog ten
uitvoer te leggen.
Gaat niet veel van terechtkomen. Hoewel volgens EenVandaag
van vrijdag 26 februari 2016 90% procent van de ondervraagde familieleden van
patiënten met Alzheimer de handreiking een groot goed vindt, is het merendeel
van de door EenVandaag in een opiniepeiling ondervraagde artsen van mening dat
de handreiking van de minister een verslechtering van de situatie oplevert. De
artsen vrezen immers voor meer ongeduld en oproer in de gelederen van de familie van Alzheimerpatiënten
wanneer de vraag om euthanasie zich steeds dringender aandient. De artsen zijn
bang dat de druk op de beroepsgroep zal toenemen. En daar willen ze liever niet
mee geconfronteerd worden, want euthanasie mag dan in Nederland wettelijk
geregeld zijn, in feite zijn het nog altijd de artsen zelf die diep in hun
eigen hart een intens persoonlijke en gewetensvolle afweging mogen maken of ze
zich al dan niet zullen inlaten met de dood op doktersrecept. En daar doet zo’n
dokter in de praktijk verschrikkelijk moeilijk over.
Wijlen Minister Els Borst, nota bene vermoord omdat ze de architect
van de huidige euthanasiewetgeving in Nederland was, stelde het indertijd glashelder. Een testament dat iemand heeft laten opmaken bij een notaris wordt ook
niet ongeldig wanneer diezelfde persoon enkele jaren later aan Alzheimer gaat
lijden. O maar, beweert Nienke Nieuwenhuizen, woordvoerder van de
Vereniging Specialisten Ouderengeneeskunde in EenVandaag doodleuk, dat is een heel foute
vergelijking, want we waarderen het leven gelukkig meer dan het geld.
Uh? Hoor ik dat goed? Ja, dat is nou zo’n typische pedante
redenatiefout die artsen steevast maken wanneer de betrekkelijkheid van
de invloed van hun professie overduidelijk wordt. Het ging Minister Els Borst immers niet om een weging van
de waarde van het leven tegenover de waarde van een nalatenschap.
Het gaat om het feit dat in beide gevallen sprake is van een
wilsbeschikking. De ene wilsbeschikking
(het testament) behoudt kracht van wet ook als de betrokkene wilsonbekwaam is
geworden en wordt gewoon door de notaris ten uitvoer gelegd. De andere wilsbeschikking
(de euthanasieverklaring) verliest ineens aan geldigheid in de ogen van de
artsen die de wens ten uitvoer zouden moeten leggen, omdat ze hiermee in een
eerder stadium al hebben ingestemd. Er zelfs voor getekend hebben in een enkel geval. Zij gaan plotseling tegensputteren wanneer de patiënt
wilsonbekwaam zou zijn geworden als gevolg van Alzheimer. Ze gaan ineens hardop
beweren dat iemand door Alzheimer een andere persoonlijkheid is geworden, een
ander mens dan de persoon die indertijd een euthanasieverklaring heeft opgesteld
en getekend. Dat argument zou de notaris eens moeten aanvoeren wanneer
het de geldigheid van een testament betreft.
Wie heeft hier nou feitelijk het monopolie over de dood? Natuurlijk
diezelfde arts die zich altijd maar weer beroept op ‘het leven’ en prevelt over
de eed van Hippocrates, waar het adjectief ‘hypocriet’ van afstamt. Diep van
binnen hebben artsen namelijk een broertje dood aan wilsbekwame patiënten. Ze wikken en ze wegen en ze zuchten en ze puffen dat het een
aard heeft, want hen wordt een onevenredig zware morele last op het gemoed
gelegd door de mondige cliënten van vandaag die met het zelfbeschikkingsrecht
in de hand een beroep doen op de dood in de dokterstas. Want daar zit’ie: de
maakbare, humane dood. In de vorm van een spuit of een combi van pillen. Je
komt er als leek echt niet in de buurt.
Het zou goed zijn als we eens wat minder spastisch gingen
doen over de dood op bestelling. Door artsen (samen met dierenartsen) het
absolute monopolie over de dood te geven, leggen we ook de constante twijfel en het complex
van zorgvuldige afwegingen geheel in handen van diezelfde beroepsgroep. Niet meer doen. De spreekwoordelijke Pil van Drion had er allang moeten zijn. Door bijvoorbeeld de spuit gevuld met pentobarbital, waarmee we naar ons aller
oordeel op waardige wijze afscheid nemen van het leven van onze hond,
beschikbaar te maken voor wie dat wenst, geven we op een volwassen wijze
invulling aan het zelfbeschikkingsrecht van mensen wier leven in hun eigen ogen
voltooid is. Daar heeft, meen ik, verder niemand wat mee te maken. We
hebben immers niet veel aan quasi ethisch geneuzel van artsen over de glijdende
schaal van de doodswens bij ouderen en over de ongezonde druk die familieleden
zouden kunnen uitoefenen. Dat zal allemaal best wel, maar het is niet relevant in de
afwegingen die we moeten maken rond het zelfbeschikkingsrecht: rond het
wettelijk erkende wilsbesluit.
Als we dat zelfbeschikkingsrecht echt serieus willen nemen,
dan accepteren we dat we zelf de gifbeker leeg drinken, en dat we het probleem
niet op het bordje van de medicus leggen. De medicus, zo blijkt, kan er niet mee omgaan. De medicus, een enkele uitzondering daargelaten, wil niet over de dood gaan. Maar als we er zelf over gaan, zoals de wet wil doen geloven, dan moet een humaan levenseinde uit vrije wil wel bereikbaar gemaakt worden voor de persoon die zelfeuthanasie
wil toepassen. Dat doen we dan echter weer niet. We creëren een hybride
vorm van ‘gedoogdood’ waarbij net als het gedoogbeleid bij softdrugs de inkoop
van cannabis aan de achterdeur van de koffieshop strafbaar is, maar de aanschaf
van een joint bij de voordeur van diezelfde koffieshop gedoogd wordt. De psychiater en medisch socioloog Boudewijn Chabot (1941), die
Netty Boomsma (50) hielp bij haar zelfdoding, moest voor de rechter
verschijnen. In juni 1994 bepaalde de Hoge Raad dat professionele hulp bij
zelfdoding van mensen die 'niet lichamelijk lijden' onder 'bepaalde omstandigheden' is toegestaan. Chabot werd schuldig bevonden maar niet gestraft… Wat zijn we goed in kreupele compromissen en kromme
rechterlijke uitspraken. En wat rekken we, uit naam van dat onzalige levensdogma
waarmee de medische stand behept is, een ondraaglijk bestaan op ontoelaatbare
wijze.