maandag 22 juni 2015

Vriendschap en Depressie op Facebook

De Amerikaanse gedragskundige William Schofield beschreef in zijn boek ‘Psychotherapy: The Purchase of Friendship’ (1964) het zogenaamde YAVIS Syndrome. YAVIS is een acroniem voor ‘Young, Attractive, Verbal, Intelligent, and Successful’1 en beschrijft de combi van enigmatische karakteristieken die iemand tot de favoriete cliënt voor psychotherapeuten zou maken. Het zijn tevens de kenmerken die er voor zorgen dat je doorgaans een overdaad aan vrienden hebt. Het is dus het ideale Facebookprofiel. Goed voor een macht aan ‘likes’. Hét hedendaagse meedoenmotto.
Ge-nie-ten
Facebook lijkt ondertussen bij uitstek het sociale platform van uitersten geworden. Of je ‘geniet’ alleen maar en stapelt dinerplaatje op dinerplaatje en tropische strandvakantie op stedentrip. Je hebt het over ‘kindlief’, ‘manlief’ en ‘hondlief’ en alles is lief, leuk en lekker in je leven. Je stikt van de ‘likes’. Of je meet je akelige, ongeneeslijke ziekte of die van je huisdier zo breed en dagelijks uit dat je een vrijwel oneindige stroom ‘sterktes’ krijgt. Beide uitersten zijn aandacht genererende clichés die door de Facebookgebruiker op z’n minst van een grondige eindredactie zijn voorzien voordat ze ‘gepost’ worden. Wat je ook veel ziet: bloot rauw vlees klaar voor die eeuwige barbecue, gepimpte profielkiekjes in het grauwe gamma van Instagram of glamourfoto’s waarop je jezelf als herboren presenteert met je haren in een Hans-Klok-windje. 
‘Sharen’
En dan zijn er de Facebookgebruikers die alleen maar ‘delen’. Hun tijdlijn bestaat uit een niet-aflatende stroom ‘gesharede’ schattige dierenclipjes, ernstige auto-ongelukken, verbluffend mooie sterrenhemelen, ongelooflijk lenige medemensen, wrede natuurverschijnselen met goede afloop, belegen tegeltjeswijsheden en grappige verfilmingen van de laatste wetenschappelijke inzichten. Deze Facebookgebruikers zijn zichzelf ‘by proxy’. Dat hele gedeelde wereldbeeld is geleend en declameert: ‘dit ben ik - kijk eens hoe geweldig leuk ik ben’.
Ikwissel
Over ‘ik’ gesproken. Er schijnt nogal wat identiteitsfraude gaande te zijn op Facebook. MTV heeft er momenteel een vrij ontnuchterend programma over. In ‘Catfish’ gaan filmmakers Nev en Max op zoek naar jongeren die slachtoffer zijn geworden van identiteitsfraude op sociale netwerken. Eigenlijk gaat het over een soort van ‘Second Life’: jongeren die een internetrelatie hebben opgebouwd met iemand die in werkelijkheid helemaal niet bestaat. Die hunkerende jongeren op Facebook heten ineens ‘Armani’ of ‘Guchi’ of ‘Prada’. Merk toch hoe sterk... Maar ook echte celebrities worden gekopieerd en geïmiteerd dat het een aard heeft. Er bestaan verder Facebookrellen, Facebookmoorden (niet hier, maar in Amerika), Facebookafpersingen, Facebookdepressies en Facebookburn-outs.
Onderzoek naar depressie
Jongeren die jaloers zijn op het ogenschijnlijk succesvolle bestaan van hun Facebookvrienden kunnen depressieve klachten ontwikkelen, zo blijkt onder andere uit onderzoek van de University of Missouri-Columbia. In het onderzoek, waarvoor zevenhonderd studenten zijn ondervraagd, wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten Facebookgebruikers: mensen die Facebook gebruiken om anderen in de gaten te houden en mensen die Facebook gebruiken om in contact te blijven met anderen. Tot de Facebookers uit de eerste categorie behoren ook diegenen die bijvoorbeeld hun ex virtueel ‘stalken’ via Facebook. Dat blijkt niet slim, want je doet jezelf er dagelijks zoveel pijn mee dat je er zelfs depressief van kunt worden. Als Facebook de meetlat is voor de mate waarin je succesvol en gelukkig door het leven gaat, zo stelt onderzoeker Margaret Duffy van de University of Missouri-Columbia, dan kan depressie je lot zijn.
Maakbaar happy
Facebook is vooral de plastic momentopname van een goeddeels verzonnen en geredigeerd bestaan. Daarin ben je zelf de maker van je geluk. ‘Opgeven is geen optie’, ‘Alles is mogelijk voor iedereen’, ‘Succes kun je afdwingen’, ga zo maar door. Het wordt ook wel de ‘meritocratisering’2 van de samenleving genoemd, waarin we worden geregeerd door zij die abusievelijk menen alles op eigen ‘merites’ te hebben bereikt. Successen en mislukkingen worden niet langer toegeschreven aan een zekere mate van toeval of geluk, of aan ‘nature or nurture’, een fortuinlijke levensstart, een forse meevaller, maar vooral aan iemands eigen verdiensten. De vleesgeworden ‘American dream’, van krantenjongen tot magnaat, was honderd jaar geleden al een klinkende leugen. De prestatiedruk en een overmaat van deze op een dwaling berustende ‘positiviteit’ (niets is onmogelijk…) bevat alle ingrediënten voor een ‘failure waiting to happen’ en dus voor verschijnselen zoals burn-out en depressie.


Self-esteem
Niet alleen jongeren zijn gevoelig voor Facebook als de ultieme ‘downer’. In het ‘Journal of Social and Clinical Psychology’ nummer 33 - 2014 wordt verslag gedaan van twee onafhankelijke wetenschappelijke onderzoeken naar de effecten van het gebruik van Facebook op depressieve symptomen. De onderzoeken werden gedaan aan de University of Houston en de Palo Alto University in de Verenigde Staten. Beide studies tonen concrete aanwijzingen voor de toename van depressieve symptomen bij niet-depressieve volwassen personen na (langdurig) dagelijks gebruik van Facebook. De oorzaak: de onderzochte personen vinden zichzelf vrijwel zonder uitzondering tekortschieten in vergelijking met de leuke bruisende en succesvolle levens van hun ‘vrienden’. De onderzoeken laten tevens zien dat zelfs succesvolle personen zichzelf als minder succesvol beoordelen na intensief surfen op Facebook. Wonderlijk hoe een fictieve onderlinge sociale vergelijking het zelfbeeld kan vergiftigen. Dat de ‘a-sociale’ media, zoals Facebook, ons leven kunnen vergallen, ontdekten ook wetenschappers van de Amerikaanse Stanford-universiteit. In hun studie ‘Misery has more company than people think’ schrijven ze dat we altijd gelukkiger willen zijn dan anderen, maar dat de sociale media het ons steeds moeilijker maken om dat te geloven. Het zien van überblije pics en posts van anderen geeft ons als snel het gevoel dat onze digitale vrienden het beter voor elkaar hebben dan wij. Facebook had het podium voor jouw ‘five minutes of fame’ moeten zijn: jezelf laten zien van je allerbeste kant. Wat blijkt? Anderen doen dat altijd weer beter en die verraderlijke vergelijking maakt je depressiever dan je wenst toe te geven. We zijn er ons maar al te zeer van bewust dat anderen zien wat we op Facebook plaatsen en juist daarom moeten we zo nodig op Facebook.
Game over
Facebook is van alle sociale media het platform dat de jeugd het meest heeft omarmd. Facebook is naast een wijze van digitale profilering ook de toegang tot de ‘gamification'3 van je vrije tijd. Tal van (zeer verslavende en commerciële) spelletjes hebben via Facebook de toegang tot een gigantische spelersmarkt gevonden. Als Facebookgebruiker word je door je ‘vrienden’ te pas en te onpas uitgenodigd om een bepaald spelletje te gaan spelen. Candy Saga, Candy Crush, Kiwi, FarmVille, Landleven, noem alle onzin maar op. Ook daar kun je het zo druk me hebben dat het uiteindelijk deprimerend werkt. Het spelletje WordFeud bijvoorbeeld, zeg maar scrabbelen met een gebrekkig woordenboek van de Nederlandse taal, kent zo veel aanverwante apps waarmee je kunt valsspelen, dat geen zichzelf respecterende Facebooker het nog gelooft dat diens tegenstander chronisch over de 600 punten scoort zónder hulp van handige steuntjes als ‘WF Bedriegen’ of ‘Wordfeud Cheat’ of 'WF Wizard'. Als je scrabbelt met de verlengde arm van een doortrapt appje, wat zegt dat dan over de rest van je authenticiteit op de sociale media? En als je niet valsspeelt, hoe lang hou je het dan uit tussen de digitale dopinggebruikers van Facebook? Hoe lang speel je het spel nog mee?


Soms ook: ‘Young, Attractive, Verbal, Intelligent and Sociable’.
2 Een term die al in 1958 werd geïntroduceerd door de Britse sociale wetenschapper (en Labour-politicus) Michael Young.
3 Met gamification breng je een spelelement in een serieus product.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten