donderdag 30 december 2010

DE GRENZELOZE GENERATIE

van de IK-cultuur naar het NU-denken
Het eerste decennium van de 21ste eeuw is voorbij. De oudste kinderen geboren in de nieuwe eeuw zijn nu tien jaar. Ze zijn de jongste telgen van wat in generatieonderzoek en onder trendwatchers ‘de grenzeloze generatie’ wordt genoemd. Deze tieners heten voorlopig ook wel de ‘Millennium-generatie’. In hun boek ‘De grenzeloze generatie en de eeuwige jeugd van hun opvoeders’ bezien Frits Spangenberg en Martijn Lampert het karakteristieke landschap van leeftijden in de afgelopen zestig jaar. Onderzoeksbureau Motivaction heeft daartoe 25 jaar representatief diepteonderzoek gedaan onder jeugdigen.


1941-1955 – De Protestgeneratie
De generatie van vlak na de oorlog noemen we de babyboomers of de ‘protestgeneratie’. Opgevoed in veelal christelijke waarden en normen door de ‘Vooroorlogse generatie’ (1910-1930) en de ‘Stille generatie’ (1931-1940) is dit de generatie van het hippiedom met als mijlpaal mei 1968; de grote protesten en de studentenoproer in heel West-Europa. Wat waren de normen en waarden van hun opvoeders? Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Een groot arbeidsethos in combinatie met zichtbare littekens van de 2e Wereldoorlog. Maar de babyboomers legden voor een groot deel deze normen en waarden af. Dat ging van ‘au’. Het was een roerige tijd. De samenleving ontzuilde en ontkerkte, zoals de generatie van nu ‘ontvolgt’ en ‘ontvriendt’. De hippies waren van de ‘flower power’, de vrije seks en het vrijelijk gebruik van drugs. Het is ook de tijd van de eerste grootschalige bejaarden- en verzorgingshuizen. De babyboomers zijn tot grote welvaart gekomen in een era van onbegrensde mogelijkheden en het is de generatie die van zichzelf meent met de welvaart ‘redelijk verantwoord’ te zijn omgesprongen.
De Stille generatie en de generatie Nix verbonden met hét geluidslijntje van de generatie X: de iPod.

1956-1970 – Generatie Nix
‘De verloren generatie’, ook wel de generatie Nix genoemd. De generatie die momenteel rond de 50 jaar oud is. De kruisraketten-generatie. Het is de generatie die lang heeft moeten wachten op het vrijkomen van de maatschappelijke posities die bezet werden (en deels nog worden) door de babyboomers. Inmiddels is de verloren generatie politiek en bestuurlijk wel zeer invloedrijk aan het worden. Het is de generatie die moest kampen met massale jeugdwerkeloosheid, het IJzeren Gordijn van de koude oorlog en de nucleaire dreiging (neutronenbom), het wegvallen van seksuele vrijheden met de intrede van aids. De generatie Nix moest ook een antwoord geven op de gevolgen van drugsverslaving en op depressie als volksziekte in Nederland. Zij maakten de opkomst van de therapeutisering van Nederland mee. Ik ben ok, jij bent ok en niemand was van hout… Kinderen uit deze generatie werden groot onder het sherry-matriarchaat en tijdens de tweede feministische golf. Het is de generatie van de krakers. Eenmaal volwassen maakten zij de enorm stijgende huizenprijzen mee, ze voerden strijd voor gelijke rechten voor homo’s en lesbo’s. Maar ze werden ook de ‘calculerende burger’ genoemd. Ze hadden ‘beleggingshypotheken’ en ‘spaarhypotheken’ en werden de kopers van de ‘woekerpolissen’. Als Yavis (young, attractive, verbal, intelligent and sociable) introduceerden zij het ‘onderhandelingshuwelijk’ en verschillende alternatieve samenlevingsvormen (‘hokken’, latten, het homohuwelijk). Het werd een no-nonsense generatie, de dinki’s (double income no kids), tweeverdieners, de anderhalfverdieners, het yuppendom. Een generatie die massaal ging scheiden tussen het veertigste en vijftigste levensjaar. De generatie Nix zag de dienstverleningstak in het Nederlandse bedrijfsleven enorm groeien, maakte de Internet-bubble (of dot-com bubble) mee en de opkomst van de ZZP-er, de ‘zelfstandige zonder personeel’.

1971-1985 - Generatie X
De generatie X wordt ook wel de ‘pragmatische generatie’ genoemd. Het zijn over het algemeen de ultra-gewenste en geplande kinderen. Ze werden opgevoed met meer dan uitstekende voorzieningen, gelijke kansen, ruime ontplooiingsmogelijkheden, veel eigen vrijheid en eigen keuze, veel nadruk op ‘jezelf zijn’, een grotere etnische diversiteit. Het werden de kinderen die volwaardig mochten meepraten in het ‘onderhandelingshuishouden’. Als nageslacht van de babyboomers en de ‘verloren generatie’ heeft de generatie X de traditionele waarden en normen van de Nederlandse samenleving voor een groot deel afgelegd of nooit meegekregen. Het werd een generatie met een grote vrijheid om te reizen. De eco-trips en adventure reizen naar verre bestemmingen werden massaal door de volwassenen van deze generatie benut. Grenzeloos zijn ze ook vanwege hun toegang tot mondiale informatienetwerken, het deelnemen aan de global society. Het werd de eerste ‘gaming’-generatie, met grote belangstelling van Internetspellen als Second Life, Farmville en het nieuwe fenomeen van de gokverslaving. Ook het wegvallen van familieverbanden maakt deze generatie grenzeloos. Het zijn merendeels kinderen uit één-ouder-gezinnen: de generatie met het grootste aantal gescheiden ouders sinds het begin van de 20ste eeuw. Zij zijn van het part-time werken, tijd voor jezelf, geen carrière willen maken. Ze werden de exponenten van de partydrugs (XTC, cocaïne, uppers en pep), de gedoogde softdrugscultuur, van house party’s en geweldig dichtbevolkte dance feesten. Maar het is ook de generatie die geneigd is om keuzes uit te stellen. Er ontbreekt een stimulans of een disciplinaire dwang. Het wordt ook wel de ‘patatcultuur’ of de generatie X genoemd. Alles gaat vanzelf. Denken ze.

De grenzeloze generatie is van de jeugdtaal, de straattaal, de sms-taal, de gangs en stadsbendes.

1986 en verder – Generatie Y
Heel veel namen circuleren er voor deze generatie. De ‘generatie Y’: de jeugdcultuur of de ‘Digitale generatie’. Ook wel de grenzeloze generatie genoemd. Of de achterbankgeneratie (door de ouders per MPV vervoerd van en naar school en allerhande activiteiten). De kinderen met de bomvolle agenda’s (personal organizers) waarin alles ‘leuk’ moest zijn. Paardrijden, vioolles, dansen, sporten en ook nog eens de generatie met een opvallend groot aantal; ‘hoog-begaafden’, ADHD-ers en autisme-spectrum-stoornissen. De gevalletjes van jeugd-burnout. Toch zijn dit de jongeren in de samenleving die slimmer, sterker en mondiger zijn geworden. YouTube, Hyves, MySpace, Facebook, gaming, Nintendo, Wii; hele marktverschuivingen maakten de grenzeloze generatie tot target en tienertrends tot lifestyle-concepten. Het is dan ook de generatie met vaak grote startschulden: dure mobieltjes, merkkleding, merkschoenen, merktassen. Het is de generatie van de ‘accessoires’ en van de must-haves. Weinig realistisch besef van eigen verdiencapaciteit en gepreoccupeerd met instant succes: beroemd en rijk worden (X-factor, The Voice of Holland, So you think you can dance, Hollands Next Top Model). De paparazzi pubers die de massale digitalisering van de fotografie op Flickr en Twitter vertaalden in jolige egokiekjes, met designer zonnebril en een indrinkmix. De Breezer babes, de drankketen, de groepsfeesten (danceparty’s), benchdrinking, happy-slapping, blasé en, zo lijkt het, weinig geëquipeerd voor een arbeidzaam leven.
De generatie Y is van de jeugdtaal, de straattaal, de sms-taal, de gangs en stadsbendes. De trendgevoelige generatie waaraan enorm veel geld wordt verdiend en die kampt met een relatief groot aantal jongeren dat aan depressies lijdt, aan verslavingen van verschillende soort en vorm. Tot slot: ze heten ook wel de ‘Pamper-generatie’, hun weerbaarheid is vaak schijn. Het stijgend aantal zeer jeugdige suïcides, de toename van het aantal Pro-Anna meisjes, de dikste generatie die Nederland ooit kende en de generatie met het grootste aantal afgekeurde Wajong-jongeren ooit; al die connotaties zouden ons zorgen moeten baren.
De trendgevoelige generatie waaraan enorm veel geld wordt verdiend

Wat wil je zelf lieverd?
Voor de bron van een deel van de minder gelukkige kwalificaties van zowel de pragmatische, als de grenzeloze generatie moeten we, zoals altijd, bij hun opvoeders te rade gaan. En wat zien we? De generatie Nix, maar ook de babyboomers hebben het moeilijk met ouder worden. Beide generaties kennen het voorland: de vergrijzing van Nederland en de eenzaam makende institutionalisering van de ouderenzorg op maat. Op mondjesmaat. Het geld is op, we moeten de tering naar de nering zetten en het is zeer de vraag of beide generaties het pensioen zullen gaan genieten dat hen een leven lang werd voorgespiegeld. Dan blijven we toch gewoon jong?
Gezellig samen met je kinderen blowen op de bank. Of je tieners laten ‘indrinken’ in de woonkamer. Het lijkt geweldig, maar de Nix ouders zijn grenzeloos geworden. Opvoeders die menen dat de jeugd geen grenzen nodig heeft. Geen wonder dat we de kinderen de ‘grenzeloze generatie’ zijn gaan noemen.
‘Alles kan, alles mag en niets heeft consequenties’, zegt Frits Spangenberg, samen met Martijn Lampert de auteur van het boek over de 'grenzeloze generatie'. ‘Jongeren geboren vanaf 1986 groeien op tot burgers die hoofdzakelijk met zichzelf bezig zijn, nauwelijks sociaal betrokken zijn en weinig of geen remmingen kennen'. De twee sociologen constateren dat volwassenen voornamelijk met hun kinderen willen ‘meedoen’, in plaats van een gids voor ze te zijn. ‘Ouders willen jong zijn en nemen steeds meer van de jongerencultuur over in plaats van een steun te zijn. Ze verzuimen het om grenzen te stellen. Ze willen het zo graag leuk houden. Daardoor worden hun kinderen niet snel volwassen’. (Dick Hofland, dinsdag 01 december 2009 in De Stem)
'Nee, eerst op contacts drukken en dan op redail'

Geen banger hart
Deze generaties opvoeders koketteren krampachtig met de eeuwige jeugd. Ze doen dat door aspecten van de jeugdcultuur uit de generatie X en de grenzeloze generatie zodanig te internaliseren dat er rolverdwazing ontstaat. Ze willen jong blijven. De moeder uit de oude Era Margarine spot die 'net zo slank als haar dochter' blijft, is nu de vrouw van de botox-injecties, de ooglift, de blonde highlights en het anusbleken. De vader van deze generatie verjongt in sportscholen, gebruikt anti-rimpel crèmes en koopt de prijzige gadgets die behoren bij zijn midlife crisis. Vader en moeder zijn gescheiden natuurlijk en bevolken ieder voor zich de e-dating sites en parenclubs van ons land op zoek naar een nieuwe jeugdliefde.
De laatste babyboomers zijn de zestigers van nu, maar ze willen het niet zijn. De eerste telgen van de generatie Nix zijn de vijftigers van nu, maar je moet het niet hardop zeggen. Ze zijn zo jong als ze zich voelen. En dat is piepjong. Zo jong dat hun kinderen er een beetje besmuikt om moeten lachen.
‘Er is geen banger hart, geen banger hart dan dat van mij. 't Kan zo niet langer anders keert 't zich nog tegen mij’, zingt de eeuwig jonge Cliff Richard van het Nederlandse levenslied, Rob de Nijs, achtenzestig en één van de eerste bayboomers. Maar dat zou je niet zeggen als je hem ziet.





© Taco Meeuwsen, all rights reserved.

maandag 15 november 2010

WAT DOET DE iPAD VOOR DE OVERHEID?

Ask not what your government can do for your iPad but what your iPad can do for public government...

Wat worden de toepassingsmogelijkheden en onmogelijkheden van de iPad in de gemeentelijke organisatie. Wat kan er al wel? En mag er ook geëxperimenteerd worden? Het wordt een steile leercurve want ook Apple geeft toe de iPad niet op de allereerste plaats te hebben ontwikkeld voor de zakelijk markt. De feelgood tablet kan echter heel veel...
Niet blijven zeuren over die ontbrekende USB-poort, een USB-kabeltje naar de 18 pins iPad connector doet precies hetzelfde.

Wat mag er vooral niet..
Moest als iPad gebruiker de medewerkers van automatisering van de gemeente Hellevoetsluis bijpraten over het nut van de iPad voor de organisatie. Het team had er net zelf vier op proef in huis. Mijn suggestie: test iPads horen niet zozeer bij automatisering als wel op de werkvloer. Daar kan het nut van de iPad worden onderzocht. Andere opmerking: een organisatie die een Windows-netwerk onderhoudt zou voor de functionaliteit van de iPad moeten beginnen met een draadloos wifi-netwerk in huis waarmee iPadders in elk geval via DocstoGo, Evernote of andere apps documenten kunnen syncen met hun desktop. Interne wifi-netwerken lijken echter direct op allerlei beveiligingsissues te stuiten. Klooien met linke usbsticks daar hoor je evenwel niemand over. Of over hele laptops die op straat belanden.

Concrete toepassingsmogelijkheden
Affijn, nog wat gefilosofeerd over handige mobiele gebruiksmogelijkheden van de iPad - bouwtekeningen en vergunningen paraat op de bouwplaats bijvoorbeeld - handige handson presentaties van gemeentelijke plannen bij externe meetings - silent tiepen bij het maken van notulen tijdens overleggen. Ik ben nieuwsgierig naar meer van dit soort gebruiksmogelijkheden maar vooral ook naar een nuttige praktische en werkbare inbedding van de iPad in wat toch vooral een enigszins gedateerd Windows operating systeem is.

Mijn favoriete apps
Op een rijtje: de meest productieve apps die ik gebruik.

Boxcar: de beste app voor push-notificaties vanuit allerlei applicaties: Mail, Facebook, Twitter, ga zo maar door.

Twitterific: een prettige Twitter client, overzichtelijk, mooi vormgegeven.

FlipBoard: de leukste manier om de bijdragen uit je eigen netwerken te lezen. Twitter, Flickr en Facebook als een echt magazine, met gevisualiseerde links.
EverNote: al je rommel en research op één locatie: in de cloud van EverNote. Foto's, artikelen, knipsels, soundbites, aantekeningen. Een heel handige mindmentor bij complexe opdrachten.

SoundNote: de allerbeste notuleerapp die ik ken. Geluid van de meeting opnemen en direct notuleren of aantekeningen maken. De cursor in je tekst correspondeert precies met het tijdstip van de geluidsopname. Heel handig in het gebruik.

DocsToGo: draadloos synchroniseren van allerlei bestanden die je onderweg nodig hebt. Bewerkingsmogelijkheden in DocsToGo in vrijwel alle bestandsformaten.

Goodreader: de beste pdf-reader tot nu toe. Pdf-bestanden bewerken op je iPad.

Office HD: Word en Excel beschikbaar op je iPad. Werk in bestaande documenten of maak nieuwe.

Pages: het betere Word zeg maar. Opslaan als een Word-bestand gaat probleemloos.

Numbers: het betere Excel zeg maar. Opslaan als Excel-bestand gaat moeiteloos

Keynote: het betere Powerpoint zeg maar. Minder mogelijkheden dan het echte Keynote, maar handig als een eerste voorbereiding die je daarna afmaakt op je desktop. Eventueel te bewaren als een Powerpoint-bestand, maar met verlies van enkele goodies die er op de Mac nu eenmaal veel beter uitzien.

dinsdag 9 november 2010

Persoonlijk ondernemerschap voor onderweg

Social networking op het werk
Er staat een nieuwe medewerker op. We noemen hem of haar voor het gemak al een tijdje Medewerker 2.0. Over wie gaat het? Het gaat over een generatie (meestal) jonge, ambitieuze medewerkers die architect zijn van hun eigen loopbaan en zorg hebben voor de eigen ‘quality of working life’. Zij beschikken privé over een modernere en snellere ICT-infrastructuur dan dat de werkgever kan (of wil) aanbieden. Hun telefoons zijn ‘smarter’ dan de mobieltjes van de directie en wat meer is: ze kunnen er écht mee uit de voeten. Ze zijn gepokt en gemazeld in het nieuwe ‘social networking’. Zij zijn present én actief op alle huidige digitale platforms van Social Media (Facebook, LinkedIn, Flickr, Twitter, Ning, Hyves, GoWalla en Google Wave) en doen wat smalend over de achterblijvende organisatie. Ze halen ook hun schouders op bij de verouderde feestjes van stilstaande personeelverenigingen. Directeuren die zeuren, het glas heffen, en saai speechen zijn voor hen een bron van vermoeidheid. Zij netwerken met een snelheid die organisaties niet meer kunnen bijbenen en zij beschouwen deze vaardigheid als hun persoonlijk kapitaal.


De organisatie dat ben ik
De Medewerker 2.0 heeft een eigen agenda. Hun werkgeverstrouw is flinterdun en ze doen aan jobhopping. Ze managen het persoonlijk ondernemerschap en de eigen carrière op een wijze die slechts minimale inmenging van een werkgever toelaat. Organisaties die zijn blijven steken in de ‘ouwe blauwe zeeklei’ van directief leiderschap zijn voor deze Medewerker 2.0 slechts een tussenstation naar beter. Zij hebben een punt. Ze willen persoonlijk groeien in hun werk en ze verwachten, meer nog dan het loonstrookje, een vorm van zinvolle zelfrealisatie op alle onderdelen van hun ontspruitende kwaliteiten. Wat moet er nu gebeuren om dit persoonlijk ondernemerschap van de éénentwintigste eeuw te binden aan de organisatie? Deze ondernemende professional zal zich niet meer neerleggen bij een bureaucratische organisatie of een blaffende baas. Deze medewerker klokt niet meer in. Hij of zij werkt aan het eigen cv en kijkt actief om zich heen. De Medewerker 2.0 ziet het geheel van zijn of haar persoonlijkheid, samen met het eigen sociale en professionele netwerk als eigen kwaliteit en eigen verdienste. De Medewerker 2.0 is z’n eigen ‘project’. Een versneld plaatsvindende omschakeling bij jonge, ambitieuze medewerkers van passieve volgzaamheid naar actieve, persoonlijke inzet vergt ook voor een gemeentelijke organisatie een nieuw klimaat, een nieuw antwoord.

Wespentaille
De spurt die het personeelsbeleid van gemeenten de afgelopen twee jaar heeft ondergaan (we noemen het nu HRM en dat is geen aandoening), gaf ook nieuw inzicht in de opbouw van personeelsbestanden. Neem Hellevoetsluis. De samenstelling van het personeelbestand van de gemeente Hellevoetsluis kent momenteel een weinig evenwichtige opbouw. Het lijkt op een wespentaille. Na 2008 versterkt een relatief grote groep nieuwe, jonge medewerkers de organisatie. Het verloop onder hen is groot. Om verschillende redenen blijft slechts een klein deel van de jonge aanwas de gemeente als werkgever trouw. Veel anderen vertrekken naar nieuwe uitdagingen, betere faciliteiten en doorgroeimogelijkheden elders. Aan de andere kant van de personeelspiramide is de groep oudere medewerkers aanzienlijk, zij die al heel wat dienstjaren bij dezelfde werkgever werken. De beweeglijkheid van deze groep kampt met een vorm van professionele artrose. Slechts pijnbestrijding lijkt te helpen. Het middensegment, medewerkers die bewust voor de gemeente als werkgever kiezen en doorgroeien in de organisatie, vormt een veel smallere basis dan wenselijk. Het is immers vooral deze groep die kan zorgen voor cultuurverandering met een lange adem? Deze medewerkers groeien in de toekomst uit tot ‘het gezicht’ van de nieuwe organisatie. Maar is de gemeentelijke organisatie in staat dat aan te bieden waar de Medewerker 2.0 om vraagt?

woensdag 29 september 2010

SOCIAL MEDIA TABLETS RULE


Completely wireless free wifi without a wire.

donderdag 17 juni 2010

A Hermès Sponge?


The nosestone
As far as I know the House of Hermès had a tasteful novelty when it presented customers with the opportunity to purchase a Hermès stone (with the letter H engraved in it) that actually smells like one’s favorite perfume. I bought such a scented stone when I dropped in on the Hermes boutique in Via Condotti, one of Rome’s most famous fashion streets. I thought it nice for my wife to have such a stone that would smell like Terre d’Hermès the fragrance by Jean-Claude Ellena. My all time favorite perfume for men. The more so while one of Terre’s distinct notes is ‘flint’, the smell of two stones slammed together. I like that. And my wife likes Terre d’Hermès. The stony present therefore spelled success.


The scented sponge
When on Eleuthera, the Bahamas, this spring I dove for natural sponges. Most sponges are too rough for delicate use, but two genera, Hippospongia and Spongia, have soft, entirely fibrous skeletons. Early Europeans used soft sponges for many purposes, including padding for helmets, portable drinking utensils and municipal water filters. Until the invention of synthetic sponges, they were used as cleaning tools, applicators for paints and ceramic glazes and discreet contraceptives. However by the mid-20th century, over-fishing brought both the animals and the industry close to extinction.

Today however, natural sponges have recuperated almost around the globe and do well in our designer bathrooms. I wondered if Hermès would not feel like introducing hand-picked, Caribbean sponges, scented with each of Hermès famous perfume lines. Just a thought...


Dove for and harvested some natural sea sponges on Eleuthera in the Bahamas. Wonderful lush and soft sponges that need 'curing' for a week in the ocean waves. Sponges are animals of the Phylum Porifera. Their bodies consist of jelly-like mesohyl sandwiched between two thin layers of cells. They have remarkable properties of absorption and would saturate well when drenched in one of the delicate scents of the House of Hermès...

The World of Hermès

maandag 31 mei 2010

EARTH SENSE


‘The scent of two rocks slammed together. Hard.’

A novel for the nose
Terre d’Hermès the fragrance by Jean-Claude Ellena, has a number of qualities that make it unique. Chiseled refinement of its structure, unconventional, transparent interpretation on the woody notes and remarkable quality of its ingredients. The composition reflects the intensity of sunlight against the stones of Roman ruins.

Fresh green hardness
Jean-Claude Ellena’s theme of multifaceted transparency is incorporated in Terre’s leitmotif of dry radiance introduced by the citrus notes which sparkle like crystals embedded in marble. The clarity is extended by the herbaceous green notes and the crisp silk of woods and vetiver.

No musk
Unconventionally, instead of arranging the composition into a classical masculine triptych of citrus, woods and musk, Ellena eschews the latter altogether. Instead, the mineral dust binds the entire arrangement, suspending the light and preserving the sensation of being dazzled by the sun. Terre d’Hermès notes include grapefruit, orange, flint, pepper, pink pepper, geranium, patchouli, cedar, vetiver, benzoin.

Ellena
Jean-Claude Ellena is a French perfumer. He was born in Grasse, Alpes-Maritimes. From 2004, he has been Hermès' exclusive in-house perfumer. He has created fragrances for several major perfume houses including The Different Company, which he founded before joining Hermès. In 2005, Ellena created Un Jardin sur le Nil for the house of Hermès. The story behind the creation of this fragrance was the subject of the book The Perfect Scent: A Year in the Perfume Industry in Paris and New York, by Chandler Burr.
Ellena's creations exclusively for the House of Hermès include:
Un Jardin en Méditerranée (2003)
Un Jardin sur le Nil (2005)
Elixir des Merveilles (2006)
Terre d'Hermès (2006)
Kelly Calèche (2007)
Un Jardin après la Mousson (2008)
Voyage d'Hermès (2010)

For Van Cleef & Arpels Ellena created two classic compositions:
First (1976)
Miss Arpels

The World of Hermès

zondag 16 mei 2010

BLUE LIPS


I admire my friend the artist Wim van Willegen. His sculptures of fragile leaves seem to float in space and sex you up in a casual way. Here you have a series of three lip-like leaf sculptures. 'Blue Lips'? The leaves could be very well derived from the genus Nymphaea, Lotus or Waterlily.
One of the three sculptures (wood, carved, and paint brushed to perfection) is slightly higher and provides the extra counterpoint in the composition.

donderdag 4 maart 2010

WOOD LORE

The potent healing powers of a Gingko leaf in rust speckled steel - by Wim van Willegen

The fall of a leaf is a whisper to the living
I harbor this silent but ongoing admiration for my friend the artist Wim van Willegen. His steel sculptures incorporate the cut-out silhouettes of fragile leaves captured as negatives of nature with such potent positive energy. I blogged earlier on this small but significant collection of sculptures and I do so again. His last name suggests that he is of 'the willow-family', but his work just as readily sports leaves and branches and trunks taken from the broader family of deciduous trees. Always with such a delicate attention to detail, yet with a trained eye for what makes sculpture stand out.

An elegant popular leaf like a knife standing in solid steel - by Wim van Willegen